Centrum over windenergie op zee geopend in ‘spil’ Eemshaven
De Eemshaven heeft sinds kort een Offshore Wind Innovation Centre (OWIC). Dat is een informatie-, trainings- en innovatiecentrum gericht op bedrijven en instellingen die zich bezighouden met windenergie op zee. De Eemshaven is inmiddels een van de belangrijkste havens voor de bouw en onderhoud van windparken op de Noordzee. Alleen al de bouw van windparken kan Groningen komende jaren duizenden tijdelijke arbeidsplaatsen opleveren.
Het centrum is een samenwerkingsverband tussen 19 partijen - bedrijven, kennisinstellingen en overheden- met als doel innovaties en ontwikkelingen in de offshore windenergie te stimuleren en te vergemakkelijken.
Belangrijkste haven
Dat het centrum uitgerekend in de Eemshaven zit, is niet zonder reden: de Eemshaven is inmiddels een van de belangrijkste havens voor de bouw en onderhoud van windparken op de Noordzee. Vanuit de Eemshaven zijn al zestien windparken aangelegd, en op dit moment wordt gewerkt aan de aanleg van nummer zeventien: Hornsea Two voor de Engelse kust.
Ook komt in de Eemshaven de stroom aan land van één van de grootste offshore windparken ter wereld, het Gemini Wind Park, goed voor 600 Mw. Daarnaast wordt vanuit de Eemshaven het onderhoud verzorgd van 316 windturbines, verdeeld over 4 windparken op zee. Door de ligging, de gehele aanwezige supply chain, een start- en landingsplaats voor helikopters en de potentie van nog veel meer geplande windturbines op de Noordzee, is de verwachting dat de Eemshaven haar sterke positie als basis- en servicehaven verder zal verstevigen.
Arbeidsplaatsen
Uit onderzoek van onderzoeksbureau BLIX blijkt dat er met de windparken boven de Waddeneilanden minimaal 10 gigaWatt aan windenergie kan worden opgewekt. Dit kan voor Groningen leiden tot enkele duizenden extra tijdelijke arbeidsplaatsen tijdens de bouw en enkele honderden structurele arbeidsplaatsen als de turbines eenmaal in werking zijn.
Door het innovatievermogen in de regio uit te breiden, wil OWIC de kansen voor bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden die de bouw en het onderhoud van deze parken biedt, verder vergroten en benutten.