Grote meerderheid Nederlanders wil meer duurzame energie
Voor het onderzoek werden duizend burgers, vijfhonderd studenten en vijfhonderd scholieren ondervraagd. Gemiddeld schatten zij het de percentages kern-, wind-, zonne- en waterenergie op respectievelijk 13, 12, 10 en 6 procent. In werkelijkheid vormen deze duurzame energiebronnen slechts één procent van de jaarlijks geproduceerde energie.
Het gebruik van de fossiele brandstoffen aardgas en aardolie worden juist te laag ingeschat door de ondervraagden. Gemiddeld dachten zij dat 23 procent van de energieproductie uit aardgas komt. In werkelijkheid is dit meer dan het dubbele, namelijk 47 procent. Aardolie is de bron van 37 procent van de energieproductie, maar werd door de ondervraagden ingeschat op 21 procent.
Het percentage kolen werd wel goed ingeschat, namelijk op 10 procent. Biomassa/biogas werd iets te hoog ingeschat (6 procent tegen 4 procent in werkelijkheid).
Uit het onderzoek van GasTerra blijkt verder dat een meerderheid van de Nederlanders (70 procent) denkt dat het klimaat veranderd door toedoen van de mens. Gemiddeld voorspellen zij dat het energieverbruik in 2030 met maar liefst 74 procent is toegenomen en 17 procent van de ondervraagden verwacht dat er over vijftig jaar onvoldoende energie beschikbaar zal zijn.