‘Nieuwe kansen voor toerisme naar Stad en Ommeland’
Dat betoogt Barbara Risselada. Ze werd per 1 oktober benoemd tot directeur van Marketing Groningen, als opvolger van de naar het Groninger Forum vertrokken Hans Poll. Ze staat aan het hoofd van een grote marketingorganisatie, die zowel actief is voor de stad Groningen als voor promotie van de provincie. Barbara Risselada was al sinds 2009 werkzaam bij Marketing Groningen en sinds 2014 in de rol van marketing manager. Daarvoor werkte ze onder andere als manager citymarketing bij Amsterdam Partners en als marketing consultant bij VODW Marketing.
Risselada treedt aan als directeur op een moment dat het met Marketing Groningen als organisatie volgens haar ‘hartstikke goed’ gaat. ‘Maar we staan wel op een kantelpunt. We zijn ooit begonnen met promotie voor toerisme en citymarketing, maar we doen nu de héle regio. En we richten ons niet alleen op inkomende bezoekers, maar ook op de eigen inwoners, bedrijven en op het hier aanwezige talent. We zullen anders moeten werken, en ons nog meer moeten richten op het bevorderen van creativiteit en denkkracht in onze eigen regio, dat moeten we activeren. Ik zie daar voor onze organisatie een grote rol weggelegd als inspirator, verbinder en versterker.’
Marketing Groningen richt zich in feite al lang niet meer uitsluitend op het bevorderen van het toerisme, maar wel op ‘integrale regiomarketing’. Dat betekent dat er niet alleen naar wordt gestreefd om toeristen naar Groningen te lokken, maar ook op het behouden van jong talent (‘brains’). Want voor de stad Groningen is het nogal zuur dat zo’n zeventig procent van de jongeren na afloop van hun studie vertrekt naar de Randstad of elders.
‘We moeten talent zoveel mogelijk voor Groningen vast zien te houden. Dat is voor een belangrijk deel een communicatieprobleem, want studenten denken dat hier in Groningen voor hen geen passende banen te vinden zijn, maar tegenwoordig is dat een groot misverstand. Ook hier zijn namelijk prachtige, en snel groeiende bedrijven. Aan ons de taak om dat duidelijk te maken.’
Eén manier om studenten te behouden is door hen traineeships aan te bieden. ‘Studenten hebben een ‘instapfunctie’ nodig. Dat betekent dat bedrijven hen niet meteen een aanstelling hoeven te bieden, maar dat ze het bedrijf eerst leren kennen. Als het van twee kanten bevalt, dan kunnen ze altijd nog een baan aangeboden krijgen. We zijn nu met andere partijen aan het onderzoeken hoe we traineeships kunnen bundelen, zodat we studenten veel kunnen bieden op dit gebied. Zodat ze, als ze klaar zijn met hun studie, niet zeggen: ‘nou, doei!’ en verhuizen.’
En zo is Marketing Groningen op vele fronten actief om Stad en Ommeland niet alleen voor toeristen interessant en aantrekkelijk te houden, maar ook voor afstuderende studenten of eigen inwoners van de provincie. En daar is Risselada op een gedreven wijze mee bezig.
‘Het mooie van dit werk is dat je er dag en nacht mee bezig kunt zijn. Waar ik ook ben, of wat ik ook zie: overal kom ik dingen tegen die mij inspireren. Alleen moet ik er wel even op bedacht blijven dat mijn gezin en vrienden er ook nog zijn…’
Ambassadeurschap
Als directeur van een organisatie die de campagne ‘Er Gaat Niets Boven Groningen’ ondersteunt, mag ze zichzelf ‘Ambassadeur van Groningen’ noemen. Dat betekent dat ze, waar dat maar mogelijk is, uitdraagt dat het goed werken, wonen en ondernemen is in Groningen.
‘Dat doe ik de hele dag al natuurlijk, want dat is mijn werk. Maar ik doe dat echt uit volle overtuiging. Ik woon nu tien jaar in Groningen, maar daarvóor werkte ik twaalf jaar in Amsterdam. Toen ik tien jaar geleden naar Groningen kwam, merkte ik dat het imago nog niet optimaal was. ‘Is er wel genoeg werk in Groningen?’, zo vroegen Amsterdamse vrienden. Maar die situatie verandert, ik zie echt een kentering. Het gaat duidelijk goed met de Groningse economie, en ook met haar reputatie. Daarom heeft het ook geen enkele zin om ons af te zetten tegen bijvoorbeeld Amsterdam. Dat hebben we niet meer nodig, er zijn hier ontzettend veel mooie dingen, en ik vertel dat graag, mochten er nog mensen zijn die dat nog steeds niet weten’, aldus Barbara Risselada.