Provincie Groningen ondertekent samenwerking met Duitse deelstaat Nedersaksen voor hyperlooponderzoek en ‑ontwikkeling
Het ministerie van Wetenschap en Cultuur van Nedersaksen en de provincie Groningen ondertekenden op vrijdag 16 september in Emden (Duitsland) om samen te werken aan de hyperloop. De partijen zien de hyperloop als de volgende stap in het verbeteren van het netwerk van internationale mobiliteit en transport en willen op verschillende manieren onderzoek en ontwikkeling bevorderen.
De bijeenkomst betekent het begin van de eerste grensoverschrijdende samenwerking tussen partijen uit twee verschillende landen gericht op de verdere ontwikkeling van hyperloop. De focus ligt op de regio’s Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland waar een open innovatieomgeving voor hyperlooponderzoek en -ontwikkeling wordt gerealiseerd en waaraan organisaties van over de hele wereld kunnen deelnemen.
Het Hyperloop Development Program (HDP)
Het Hyperloop Development Program (HDP) is een publiek-private samenwerking van partijen die zich richt op de ontwikkeling van hyperloop als een veilige, duurzame en commercieel levensvatbare oplossing voor hogesnelheidsvervoer en de commerciële toepassing van hyperloop. Het wil de haalbaarheid van hyperloop als veilige, duurzame en emissieloze vervoersoplossing voor personen en goederen bewijzen, dit testen en demonstreren in het European Hyperloop Center, en de toekomstperspectieven en kansen die het hyperloopsysteem de sector en stakeholders biedt in kaart brengen.
Regio’s goed gepositioneerd
De deelstaat Nedersaksen en de provincie Groningen zijn beide goed gepositioneerd om een leidende rol te spelen in hyperloopontwikkeling. Deelstaat Nedersaksen is de thuisbasis van de Emsland Maglev-testfaciliteit en draagt bij aan de sterke positie van de transport- en logistieke sector in Duitsland. De provincie Groningen omarmt de ontwikkeling van hyperloop met hun sterke steun aan de realisatie van het European Hyperloop Center (EHC).
De samenwerkende partijen van het HDP zijn het het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de provincie Groningen en een groep partijen uit de sector en kennis- en onderzoeksinstellingen.