Testcentrum op Zernike Campus moet boost geven aan noordelijke waterstofeconomie
Doel is om de testfaciliteit open te stellen voor noordelijke bedrijven die met waterstof aan de slag willen, zo zegt Jan Jaap Aué, dean van het Center voor Expertise Energy van de Hanzehogeschool en één van de aanjagers van de plannen voor het waterstofcentrum: “Er zijn veel ondernemingen die graag een stap willen zetten en eigenlijk te klein zijn om de investeringen te kunnen doen. Hier krijgen ze de mogelijkheid om hun ideeën uit te voeren”, zo zegt hij in gesprek met RTV Noord.
Volgens Aué is het testcentrum belangrijk voor de noordelijke plannen om 'groene waterstof' een rol te geven in de regionale economie. Groene waterstof is waterstof die via elektrolyse gemaakt wordt uit wind- of zonne-energie. Met de windparken op zee die zorgen voor stroom en met het bestaande netwerk van gasleidingen heeft Noord-Nederland de juiste voorwaarden voor ontwikkeling van een waterstofeconomie, zo zien de initiatiefnemers.
Om alle noordelijke waterstofinitiatieven bij elkaar te brengen en te versterken, richtte de Groningse proeftuin voor energie-onderzoek EnTranCe, het Hanze Centre of Expertise Energy en industrieel dienstverlener Stork gezamenlijk Hydrogreenn op. Onder die noemer bundelen verschillende bedrijven en organisaties hun krachten op het gebied van waterstof. Onder meer Akzo Nobel, Gasunie, Nuon, Gasterra, Siemens, de provincie Groningen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben zich hierbij aangesloten.
De bouw van een testcentrum op de Zernike Campus speelt een belangrijke rol in de Hydrogreenn-plannen. In Noord-Nederland zijn volgens Aué al veel waterstofinitiatieven, maar is er nog te weinig kennisdeling, waardoor bedrijven vaak zelf het wiel opnieuw moeten uitvinden: “Het is een ingewikkelde puzzel en om de stukjes te kunnen leggen, moeten we zaken bijeen brengen.”
Voor het testcentrum is een subsidie van drie miljoen euro aangevraagd. Daarvoor kunnen onder meer een aantal elektrolyse-apparaten worden gebouwd. De totale kosten voor de bouw van de faciliteit worden op ongeveer zes miljoen euro geraamd.