Tram moet dichtslibben Groningen voorkomen
Begin juni was er in Groningen een grote manifestatie, gewijd aan de komst van de tram. “Stap in, denk mee”, was de titel van die manifestatie, die werd gehouden in de Martinikerk. Volgens mr. M. Olman, directeur van het project RegioTram, dat de komst van de tram naar Groningen moet voorbereiden, is de komst van de tram nog niet helemaal een uitgemaakte zaak. Vooruitlopend op het definitieve ‘go’ of ‘no go’ moment zet hij, samen met een tiental medewerkers, alle feiten en de voor- en nadelen van een Regiotram systematisch op een rij. Uiteindelijk zal het aan de gemeenteraad zijn om een besluit te nemen over de komst van de tram.
Het project RegioTram moet onderzoek doen naar de aanleg van een eerste tramlijn van het Hoofdstation naar het Zernikecomplex. Op de tweede plaats moet bekeken worden of die eerste lijn past in een groter geheel van het concept van een Regio Tram. ‘Dat laatste betekent dat de tram in de toekomst moet kunnen worden doorgekoppeld naar de regio, en omgekeerd. Het is dus geen puur stad-Groningse aangelegenheid. Het moet geen eenzame lijn worden, maar onderdeel van een groter geheel, waarbij de stad aan de regio gekoppeld wordt. Dat betekent dat het gaat om een speciaal type tram: een regiotram is langer, breder en rijdt sneller dan een gewone stadstram. Dat heeft onder meer te maken met veiligheid, want een regiotram moet ook over bestaand spoor kunnen rijden’.