Waar de KleinsteSoepFabriek groot in kan zijn
Echte soep, zoals grootmoeders die nog kunnen bereiden, daar ontbrak het aan, zo vond Michel Jansen een aantal jaren geleden. En dus ging hij het zelf doen. ‘De soep die je in de supermarkt kunt krijgen bestaat voor het grootste deel uit oplospoeders en smaakversterkers’, zo zegt hij. ‘Ik wilde weer echte ambachtelijke soep op de markt brengen, met echte biologische ingrediënten.’
Jansen kon destijds met zijn idee terecht in een ruimte die de familie Arkema uit het Groningse dorp Noordbroek nog vrij had op hun biologische boerderij. ‘Het rundvlees voor de soep liep daar als het ware al door de wei, dus dat was een ideale locatie.’ zo vertelt hij over die begintijd. ‘Al snel werd de vraag echter te groot. Als ik keihard doorwerkte, kon ik op een dag ongeveer 400 potten vullen. Dat bleek al snel te weinig en gelukkig kwam ik rond die tijd mijn huidige vennoot Willem Versteeg tegen. Dankzij hem konden we in een fabriek in Veldhoven een veel grotere productie gaan draaien.’ De boerderij van de Arkema’s verdween ondanks de nieuwe productielocatie niet geheel uit beeld, want tegenwoordig doet die dienst als verkooplocatie.
De soep van Jansen bleek niet alleen bij de gewone consument aan te slaan. Ook culinair Nederland ontdekte De KleinsteSoepFabriek. Zo wordt de soep ontwikkeld voor toprestaurants als De Librije van Jonnie Boer en Las Palmas van Herman den Blijker en heeft de bekende culinair recensent Johannes van Dam zelfs het recept opgesteld voor de naar hem vernoemde ‘rulle, vol smakende tomatensoep’.
Maar niet alleen in Nederland is de vraag naar echte ambachtelijk soep blijkbaar groot, zo blijkt wel uit de vijf containers vol soep die De KleinsteSoepFabriek dit jaar al naar Japan verscheepte. ‘Het valt daar erg goed in de smaak’, weet Jansen. ‘Ze hebben er zelfs gerust 12,47 euro voor een pot soep over.’ En wie weet zijn ook andere buitenlandse markten wel weer eens toe aan een goeie soep. ‘Zo staan we binnenkort met onze erwtensoep met vlees van Groningse lupinevarkens op een grote beurs in Italië die mede wordt georganiseerd door de Slow Food International, een organisatie die zich inzet voor eerlijk en duurzaam eten waar je nog echt van kunt genieten. En aan het eind van oktober vertrekken we zelfs naar Californië op uitnodiging van de stichting Not for Sale, die onder andere strijd tegen moderne slavernij.’
Het lijkt me hartstikke leuk om onze echte Groningse soepen ook in Amerika aan de man te brengen’, lacht Jansen. ‘Het belangrijkste is echter dat we heerlijke, vers smakende soep kunnen blijven maken. Dat is uiteindelijk toch waar ik het meest van geniet.’
Voor meer informatie over de verschillende soepen en waar deze te koop zijn, kijk op www.kleinstesoepfabriek.nl